GEÏLLUSTREERDE en BEKNOPTE ILMIHAL
86 men over het gezicht (net als bij de woedhoê’) (Afbeelding 3) . Bij de tweede keer slaat men weer met de handen op de aarde, wrijft het op en neer en schudt het stof af van de handen. Als eerst strijkt men de rechterarm (Afbeelding 4-5) en daarna de linkerarm (Afbeelding 6-7). Men laat geen plek over op de arm die niet gestreken is. Men houdt zich aan de volgorde en strijkt als eerst het gezicht en daarna de armen en doet het strijken onafgebroken achter elkaar. Bij het doen van tayammoem dient men de ring, armband of het horloge af te doen of in ieder geval te bewegen (zodat eronder ook gestreken kan worden).
RkJQdWJsaXNoZXIy NTY0MzU=