GEÏLLUSTREERDE en BEKNOPTE ILMIHAL

192 NACHT VAN RAGHAA Ï B De eerste vrijdagnacht, dus de nacht van donderdag op vrijdag, van de maand Radjab , de eerste maand van de drie gezegende maanden, is het de Nacht van Raghaa ï b . In deze nacht wordt er tussen salaat al-Maghrib en salaat al-‘Isjaa een salaat al-H’aadja (gebed voor behoeften) verricht bestaande uit twaalf rak’aat. Bij elke twee rak’aat wordt er tasliem gedaan. Voor salaat al-H’aadja wordt de volgende niyya gedaan: “O Heer, schenk mij uit eerbied voor onze Profeet ﷺ Uw goddelijke inspiratie, Uw goddelijke vergiffenis en Uw goddelijke tevredenheid. Schrijf mij bij Uw gehoorzame dienaren. Verlos mij van de wereldse en hiernamaalse ellenden.” Bij elke rak’ah leest men 1 soera al-Faatih’a, 3 Innaa anzalnaahoe (soera al-Qadr), 12 soera al-Ikhlaas as-Sjarief. Nadat de twaalf rak’aat zijn verricht, leest men 7 of 70 keer as-Salawaat al-Oemmiyya. As-Salawaat al-Oemmiyya is het volgende: النّبِىِّ الُْمِّىِّ وَعَلٰى اٰلِه۪ ۽ ْاَللّهُمّ صَلِّ عَلٰىسَيِّدِنَا مُحَمّدٍ وَصَحْبِه۪ وَسَلِّم “Allaahoemma salli 'alaa sayyidinaa Moeh’ammadin-in Nabiyyi-l Oemmiyyi wa ‘alaa aalihie wa sah’bihie wa sallim.” Daarna gaat men naar de sadja en leest er 70 keer: