GEÏLLUSTREERDE en BEKNOPTE ILMIHAL

188 gedaan. Maar als hij als moesaafir op plekken waar hij komt, bij zijn salaat de imam volgt die daar woont, dan verkort hij zijn salaat niet. Als hij zelf als imam de salaat leidt, dan verricht hij twee rak’aat en doet tasliem. De djamaa’a die ook moesaafir is, doet ook na twee rak’aat tasliem. De djamaa’a die geen moesaafir is, staat nadat de imam tasliem heeft gedaan op (voor de derde rak’ah). Bij de qiyaam (van de derde en vierde rak’ah) is hij vrij om soera al-Faatih’a te lezen of niet. Als hij het niet leest dan staat hij net zolang als het lezen van soera al-Faatih’a duurt en doet vervolgens roekoê' waarna hij zijn salaat afrondt. Als de moesaafir de intentie heeft om minimaal 15 dagen te verblijven op de plek waar hij naartoe gaat, dan is hij geen moesaafir meer en verricht zijn salaat compleet. Als hij niet de intentie heeft om 15 dagen te blijven, maar door sommige omstandigheden denkt dat hij vandaag of morgen zal vertrekken, en op deze manier maanden en zelfs jaren daar blijft, dan nog is hij gebonden aan de bepalingen van moesaafir. Als de moesaafir naar zijn originele en vaste verblijfplaats komt, is hij geen moesaafir meer. Hoe kort hij er ook verblijft, hij verricht zijn gebeden compleet. Een moesaafir die zijn gebeden van vier rak’aat heeft gemist tijdens zijn reis, en ze wil inhalen tijdens zijn reis of wanneer hij teruggekeerd is naar zijn originele verblijfplaats, haalt ze in als twee rak'aat. De gebeden die hij had gemist op zijn originele verblijfplaats, haalt hij tijdens zijn reis in met vier rak’aat.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTY0MzU=