GEÏLLUSTREERDE en BEKNOPTE ILMIHAL
169 Zes Voorwaarden Voor De Geldigheid Van Salaat Al-Djoemoe’a 1- De plaats waar salaat al-Djoemoe’a wordt verricht moet een stad zijn. (Het kan ook worden verricht in dorpen waar toestemming en voorrecht voor is gegeven.) 2- Het moet worden geleid door de amier (leider) of zijn plaatsvervanger. 3- Het moet worden verricht op het tijdstip van salaat az- Zoehr. 4- Er moet voor de djamaa’a een khoetba (rede) worden gelezen. 5- Buiten de imam moeten er nog drie personen aanwezig zijn. 6- Plek waar salaat al-Djoemoe’a wordt verricht moet open zijn voor iedereen. Niyya Voor Salaat Al-Djoemoe’a Voor de eerste vier rak’aat doet men niyya voor “de eerste soenna van salaat al-Djoemoe’a”. De twee rak’aat die daarna met de imam wordt verricht, is de fardh van salaat al-Djoemoe’a. De vier rak’aat erna is de laatste soenna van salaat al-Djoemoe’a. De vier rak’aat die hierna wordt verricht, is “az-Zoehr al-Akhier” (de laatste salaat az-Zoehr). Hiervoor is de niyya als volgt: “Ik heb me voorgenomen om de fardh van de laatste salaat az-Zoehr te verrichten die nog op me rust.”
RkJQdWJsaXNoZXIy NTY0MzU=